Ik ben zo iemand die houdt van dingen in een bepaalde volgorde doen. Pardon, ik hield er van. Mijn kinderen hebben me geleerd, wat de meerwaarde is om hier flexibel mee om te gaan en af en toe out of the box te denken.
Een “goeie” routine is ook maar een “goeie” routine omdat jij dat er van gemaakt hebt in je hoofd.
Eerst plassen, dan wassen, dan kledij aandoen (liefst van boven naar ander), dan eten, dan tanden poetsen, … .
Wij hebben geleerd de volgorde van dingen wat los te laten. Dat ze moeten gebeuren, dat staat vast. Maar hoe ze moeten gebeuren en in welke volgorde, daar zijn we flexibel in geworden.
En weet je wat: het brengt hier zo veel rust. Het levert zo veel minder strijd en spanning op.
Eerst ontbijten en dan aankleden, fair enough.
De sokken na de broek en als laatste de trui: waarom ook niet?
Schoenen onder de pyjama in plaats van pantoffels: ’t is een gedacht.
Eerst de schoenen en dan de broek: we proberen het. En het is al snel duidelijk dat die strategie niet werkt. Zo komen we samen tot de oplossing: toch maar eerst die broek dan.
Het werkt hier. Het zal niet overal werken. Sommige kinderen gaan net veel houvast hebben aan strakke routines. Elk kind is anders en heeft andere behoeften. Elke ouder en elk gezin ook.
Zijn die routine-dingetjes vaak een strijd? Probeer dan eens wat flexibeler om te gaan met de hoe en wanneer. En zie wat het oplevert.