Een van de grootste valkuilen om uit verbinding te gaan in onze relatie met anderen, is dat we communiceren vanuit overtuigingen, oordelen of interpretaties.
Gedachten = alles wat er door je hoofd spookt
Overtuiging = een gedachte die je als waar bent gaan beschouwen, waardoor het je doen en laten bepaalt
👉Ik ben niet goed genoeg, dus zal ik dat maar niet proberen, want het lukt me toch niet.
👉Ik ben veel te nerveus voor borstvoeding, dus start ik beter meteen flesjes op.
👉Mijn schoonmoeder moet niets van me hebben.
Interpretatie = gedachte die niet met feiten gecheckt is
👉Na het werk plofte hij zich zeker weer meteen in de zetel… Hij verwacht weer dat ik alles doe in het huishouden *zucht*
👉Ze kwam niet opdagen voor de zoom, dus vindt ze het niet belangrijk genoeg.
👉Al die andere moeders lijken minder te ploeteren dan ikzelf.
Oordelen = wat je van iets vindt, is het goed/fout, gepast/ongepast, …
👉Ze is lui, zie ze zitten in de zetel.
👉Hoe onbeleefd om zonder verwittigen niet op te dagen.
👉Ik ben een slechte moeder.
Maar ook positieve waarde oordelen, zijn oordelen.
👉Wat een voorbeeldig kind heb jij.
👉Ik wou dat ik een goeie eter had.
Bij deze een uitnodiging om hier eens bij stil te staan: vertrek jij vanuit feiten of vanuit een van bovenstaande als je in interactie gaat met je kind, je partner, iemand anders, … ?
Vind je dit waardevol? Sla gerust op voor later. Ook delen is lief!