Ik hou van mijn lijf.
Ik hou van mijn buik.
(En geloof me: dat is ooit anders geweest)
Niet omdat m’n buik plat is.
Of zonder striemen.
Niet omdat ik (nog) geen love handles heb.
Of mijn huid zacht aanvoelt.
Niet omdat ik volgens velen « bikini-proof » ben, of de cellulitis nog wel meevalt.
Maar omdat mijn lichaam,
voor twee keer bijna negen maanden,
de ruimte en veiligheid boodt aan twee kleine mensjes om te groeien en in staat was om te baren.
Ik heb lang getwijfeld om dit te posten.
Omdat ik geen reacties als: “jij hebt makkelijk praten” wil uitlokken. Want ja, ik heb maatje 36 en nee, van mijn twee zwangerschappen is niets meer te zien (behalve dan dat ik nu wél gevulde borsten heb).
Maar zie, dat is nu net mijn boodschap:
Onze lichamen zijn allemaal verschillend.
Gevuld, minder volumeus, met of zonder strepen, met of zonder littekens, maatje 36 of 44 en alles daar onder, boven en tussen, … .
En toch zijn ze in essentie ook gelijk.
Want ze hebben één iets gemeenschappelijk:
Ze kunnen leven dragen.
Ze bieden een veilige bedding om een eicel en een zaadcel te laten groeien tot een mini Mensje.
Houden van mijn lichaam, vind ik belangrijk om voor te leven.
Ik zou het fijn vinden als mijn kinderen in de spiegel kunnen kijken en elk stukje lichaam, elk hoekje en kantje, oprecht graag zien. Ik zou het fijn vinden als ze zich goed in hun vel voelen.
Het begint met hoe wij over onszelf en ons eigen lichaam praten. Ze horen het. Ze zien het. Ze nemen het over.
Een oprechte vraag: kan jij jezelf in de spiegel kijken en gemeend zeggen: lichaam, ik zie je graag? Met alles er op en er aan. Met alles wat er schijnbaar te veel of te weinig is?
Een uitnodiging om het eens te proberen…
Liefs voor jou én voor je lichaam.