Abel liet de krijtjes vallen.
“Oei, pakot!” riep hij, gevolgd door traantjes.
“Maar dat is niet erg, nu heb je twee krijtjes.” floepte ik er uit.
En door mijn reactie, wordt hij nog kwader, laat hij er nog vallen en ziet hij nog meer “pakot” op de vloer liggen.
3 letters, Hade: MIS, dacht ik.
En ik herstelde de verbinding door opnieuw te reageren.
“Ik zie dat je overstuur bent omdat de krijtjes gevallen zijn en nu stuk zijn. Je had het fijner gevonden als ze nog heel waren hé.”
En ik nam hem dicht bij mij.
Als onze kinderen verdriet hebben, kwaad zijn of iets maakt hen overstuur, dan is het belangrijk dat we niet minimaliseren, ook al lijkt de situatie voor ons nog zo banaal.
Op dat moment, voelen zij iets overweldigends en groot aan.
Dat is OK en dat mag er zijn.
Dit erkennen, is het beste wat je kan doen.